3 t/m 19 juli 2024, Kalimantan/Borneo; Kumai
Door: Rixta
Blijf op de hoogte en volg Rixta
23 Juli 2024 | Indonesië, Batavia
Inkomen
Het krabbetje is met ons meegevaren tot ergens in Bali. Daarna zien we hem niet meer. Ik denk dat het hem daar wel zal bevallen. Zelf zijn we inmiddels wat lui geworden. De dagtochtjes en het stabiele weer maken dat we wat minder opletten.We bereiden ons wel voor op de overtocht naar Borneo, maar ach, eerst nog een dagtochtje en dan een tochtje van anderhalve dag naar het eiland Bawean. Omdat we veel gewaarschuwd worden over onverlichte vislok-platformen (Fishing Aggregating Devices, oftewel FAD’s) op zee, hebben we besloten zoveel mogelijk de routes van de Ferries aan te houden. De kans dat daar onverlichte visapparatuur zal zijn is veel kleiner. Maar dan moeten we natuurlijk wel opletten dat de ferry ons niet overvaart.
Na een prachtige tocht blijkt de enige beschikbare ankerplek midden tussen de riffen en bijna op open zee. Dat hadden we wel gelezen, maar het was nog niet helemaal doorgedrongen. Wat zijn wij blij met onze Forward Looking Sonar, die aangeeft hoe diep het onder water is en hoe de grond ruim voor ons eruit ziet. Het is even goed concentreren, maar dan hebben we ook echt een prima plek voor de nacht. We slapen diep en halen ‘s morgens vroeg met 1 puntje bereik nog een weerbericht op. Het ziet er prima uit voor de korte tocht naar Bawean.
Het idee zonder satelliettelefoon de zee op te gaan is wel wat raar, maar vroeger deden ze dat ook zo,nietwaar? We verwachten dat zeker de eerste 24 uur de weersvoorspelling wel aardig zal kloppen. Mispoes. Eiland-effecten en regenwolken gooien roet in het eten. Alles gaat prima overigens, maar in plaats van flinke wind mee hebben we af en toe tegenwind en wat regen her en der. Niks ernstigs, maar plots redelijk vermoeiend weer dus en nu halen we het niet om voor donker tussen de riffen bij Bawean door te varen en de baai in te komen.
We besluiten om door te varen naar Kalimantan/Borneo. Ineens is een tochtje van anderhalve dag op zee dus een tochtje van 4 dagen op zee. Vrij kort voor ons, maar suf genoeg heb ik me er onvoldoende op ingesteld. De zee maakt korte metten met mijn gedommel en eigenlijk weet ik dat heel goed natuurlijk. Eddy heeft er geen last van, maar ik heb wat last van jetlag-achtige verschijnselen en moeite om in het ritme van de zee te komen. Het idee dat er onverlichte FAD’s of vissersschepen kunnen zijn werkt ook niet echt geruststellend. Gaandeweg slingeren we in. De deining neemt ons mee en het vertrouwen groeit met de zeemijlen. Vissersboten blijken tot nu toe prima op ons te letten, we horen en zien ze opzij gaan. Logisch, zij zijn voor hun inkomen afhankelijk van hun spullen. De tocht is gaandeweg vooral ontzettend mooi!
Prachtig bij ochtendschemering komen we aan bij de Kumai riviermonding. Hoe leuk is het om deze rivier op te varen en dat bijna geheel zeilend te kunnen doen. Om ons heen zien we zowel op zee als op de rivier geregeld duwbakken met grondstoffen. We denken dat ze kolen en een soort zout vervoeren, maar zeker weten we het niet. Eenmaal aangekomen bij het stadje Kumai blijkt onze ankerplek midden tussen de grote tankers. Het is een aparte ervaring. Kumai zelf oogt nogal smerig en vooral erg industrieel. Aangezien dit de plek is waar we een trektocht naar het regenwoud willen maken en hopen daar orang-oetangs te kunnen gaan zien, hadden we het ons iets groener voorgesteld…
Zodra we het bijbootje in het water hebben, is het even zoeken hoe het nu verder moet. Er staat dusdanig veel stroming (een knoop of 3) dat ik me afvraag of ons motortje er wel tegenin gaat komen. Het bootje is amper goed vast te houden aan zijn lijnen. Ik laat het bootje aan een lange landvast afzakken en blijk volgas er wel tegenin te kunnen komen. Mooi, ik kan naar de kant. Al hoop ik natuurlijk wel dat de motor het blijft doen. Aangezien vrijwel de gehele overkant bezet is met bootjes en hekken, ben ik erg blij dat andere zeilers ons voorgingen en dit beschreven in een app, zodat ik weet waar ik aan land kan. Dit betekent dat ik op een nogal ondoordringbaar lijkende plek domweg tussen de afgemeerde klotoks (rivierboten) doorstuur en daarachter een mooi drijvend steigertje vind. Het stadje blijkt inderdaad nogal smerig en weinig toeristisch ingesteld. Het is het tegenovergestelde van Bali en dat heeft ook wel wat.
Op bezoek bij de bosmensen
Tussen de aanbieders van tochten naar het regenwoud selecteren we Majid Hotel, die naast de tour ook een ophaaldienst bij je boot en nachtelijk toezicht op de boot biedt. We kiezen voor een 4-daagse tour. Samen met 3 andere reizigers schepen we in op een Boathouse. We slapen onder een klamboe en duizenden sterren, bezoeken 3 rangerstations waar vroeger onderzoek werd gedaan diep in het regenwoud, maken nachtwandelingen met een gids, kanoën op een smalle rivier en hebben al met al een adembenemende tocht. Hoewel een deel van de orang-oetangs ooit hier is uitgezet, zijn er momenteel meer dan 6000 orang-oetangs, de meeste volkomen wild. De voederplaatsen bij de rangerstations zijn extra’s voor hen en nu er veel eten in het regenwoud is, is het steeds weer de vraag óf en wie van de rondtrekkende orang-oetangs komen. Soms verschijnt er slechts 1 orang-oetang en soms hebben we enorm geluk met een hele familie. Daarnaast zien we vanaf de boot langs de rivier makaken, bitangs (apen met grote ogen) en Dutch-monkeys. Deze laatste naar de Nederlanders vernoemde apen worden gekenmerkt door een nogal aparte grote uithangendepeervormige witte neus...Ze blijken best charmant.
Nadat we een dagje zijn bijgekomen na de tour maken we ons op voor de overtocht naar Jakarta. Het zal zo’n 4 dagen zijn en ditmaal ben ik geheel wakker en voorbereid. De eerste 2 dagen moeten we hoog aan de wind (schuin tegen de wind in) koersen, waardoor de boot flink stampt. Het gaat allemaal prima en we genieten. Na 2 dagen kunnen we een ruime-windse koers nemen en blijven zo op de route van de ferry’s. Een verademing. Het ziet ernaar uit dat we bij het laatste daglicht in de baai op nog zo’n 25 kilometer van Jakarta af kunnen gaan ankeren. Maar dan zakt de wind eruit. We zeilen nog prima, maar gaan het niet voor zonsondergang redden. Het is echter volle maan en de ankerplek ziet er niet ingewikkeld uit. We gaan ervoor.
Link(s)
“LINKS, LINKS, LINKS, VERDER NAAR LINKS BLIJVEN GAAN, JA, DOOR, NEE MEER LINKS, LINKS, LINKS!!!”
Ik zit op de voorplecht met onze felle zaklamp, Eddy staat handmatig te sturen. Waar wij dachten dat dit een makkelijke aanvaart was, blijkt niks minder waar. Het ligt hier bezaaid met onverlichte FAD’s! En dat zijn hier niet alleen houten vlotten waar je langs kunt varen, eraan vast zijn er ellenlange rijen korte stokken geplaatst. Dat zagen we hier nog niet eerder. De stokken zijn volkomen onzichtbaar in het toch best felle maanlicht. Ze zijn wel zichtbaar met de 100 meter zaklamp, maar wat zouden we wensen dat we een bredere fellere lichtbundel hadden. Terwijl de boot ongeveer achtjes danst, ik me goed vasthoud voorop terwijl ik de zaklamp van links naar rechts beweeg en Eddy wonderen verricht aan het roer, proberen we uit dit doolhof een weg terug naar dieper water en de ferryroute te vinden. Het lukt uiteindelijk. En dat zonder iets te raken! Pfffff… Verderop langs de ferryroute moeten we toch echt opnieuw wat meer naar de kust om te kunnen gaan ankeren. Wat ligt daar? Er zijn allemaal felle lichten richting de ankerplek. Liggen daar nou tankers voor anker? We tuffen op de motor rustig tussen de felle lichten door. Het gaat allemaal goed. Ergens komt het besef dat dit geen tankers zijn, maar dat het een veld is met wèl verlichte FAD’s. Ongeveer waar het lichtenveld eindigt en er daarachter weer onverlichte FAD’s zullen zijn leggen we de boot stil en plompen we het anker in zee. Zo, genoeg geweest. Dat waren wat spannende uurtjes. Lekker bijkomen nu. We eten wat later dan we gepland hadden.
De volgende ochtend blijkt hoe westers we zijn. Zowel Eddy als ik hadden ons de fel verlichte FAD’s voorgesteld als stevige stalen constructies. Het blijken met bamboe gebouwde platforms, met wat zonnepanelen en lichten erop. Het oogt heel Indonesisch, passend bij dit land. Op deze plek gaan we bijkomen en wat uitgescheurde zeilnaadjes repareren. Jakarta kan wel even wachten. Wat kan het genieten zijn om niks te hoeven! Met een klein puntje internetbereik speuren we online naar een groot en fel zoeklicht. Gevonden. Met een klik op de knop bestellen we ‘m vast om volgend jaar mee te kunnen nemen naar de boot.
-
23 Juli 2024 - 09:52
Christiaan :
Dutch monkeys met een grote neus en dan nog charmant. Lijkt me heel passend :)
Rust lekker uit en blijf genieten.
-
23 Juli 2024 - 10:48
Jolanda:
Prachtig, een jungle tocht, en oerang oetangs zien. Wie heeft het.
-
23 Juli 2024 - 15:05
Paula:
Tussen de bosmensen, Nederlandse apen, het groen en de vissersboten. Wat een mooie reis.
Leuk om ze ook echt te zien, de oerang oetangs, ik had gelezen dat ze graag hoog in de bomen blijven, gelukkig is het iets anders.
Geniet van het bijkomen en daarna van het volgende stuk van de reis
Groetjes,
Paula
-
23 Juli 2024 - 20:26
Wouter En Hermine :
Wat een mooie tocht weer. Dat er nog zoveel orang-oetans zijn, wist ik niet. Voor hoe lang nog? Spannend hoor!
-
23 Juli 2024 - 21:00
Welmoed:
lieve Rixta en Eddy,
Wat een prachtige tocht maken jullie, Leuke foto's en byzonder al die apen soorten.
geniet ervan, ben benieuwd wat jullie van Jakarta vinden.
lieve groeten, Welmoed
-
28 Juli 2024 - 14:19
Anneke Hooreman :
ahooreman@hotmail.nl
-
15 Augustus 2024 - 13:07
Mieke:
Uitersten: industrieel stadje en tankers <--> jungle en orang-oetangs. Het zijn weer mooie belevenissen.
Liefs, Miek xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley