New Caledonia – Australia - Reisverslag uit Brisbane, Australië van Rixta Vriend - WaarBenJij.nu New Caledonia – Australia - Reisverslag uit Brisbane, Australië van Rixta Vriend - WaarBenJij.nu

New Caledonia – Australia

Blijf op de hoogte en volg Rixta

03 Augustus 2019 | Australië, Brisbane

We zijn op pad. Zoals gebruikelijk heeft dat bij ons wat voeten in aarde. Bij het uitklaren blijken we als extra ook naar de havenmeester te moeten, maar kunnen we dat kantoor moeilijk vinden. Tenminste, we denken het goed te weten, maar blijken de verkeerde havenmeester in ons hoofd te hebben. Na vriendelijke uitleg van een andere (niet de goede) havenmeester wandelen we vrolijk weer heel wat kilometers terug en vinden we het bedoelde gebouw alsnog. Intussen zijn we al een uur of drie bezig met wandelen en de gebouwen van immigratie en douane bezoeken. En de winkel, want we konden het niet laten om van ons laatste cashgeld toch nog wat extra versvoer in te slaan. Dat zal wel allemaal op moeten voor Australie, omdat daar niks vers mag worden ingevoerd en ze erg streng schijnen te zijn. Dat gaat goed komen, desnoods varen we een stukje terug om eerst alles op te eten. Dat is dan inclusief vijf franse taartstukken die we gisteren bemachtigd hebben. Als we bij de taartwinkel aankomen doet de eigenaresse net haar winkel op slot. Eddy tovert zijn beste Frans voor de dag. Het blijkt een vrolijk mens en ze opent haar winkeltje nog even voor ons. Een erg leuke ontmoeting, waarbij ze Eddy wel drie keer verzekerd dat ze dit doet omdat ze van hem houdt. De havenmeester blijkt ook een geschikte vent. We hebben een gezellig praatje. Eenmaal terug aan boord zijn we beiden bekaf van de warmte en de zoektocht. Spontaan blijkt onze hoofdlier te haperen, die we een paar dagen geleden toch al onderhouden hebben. Aangezien we toen een uur of wat naar een weggesprongen mini-veertje hebben gezocht (en gevonden), weten we dat we uiterst zorgvuldig te werk moeten gaan om dit te repareren. In de handleiding staat letterlijk dat die veertjes alle kanten kunnen opspringen. Dat blijkt een waarheid als een koe. Eerst maar even pauze dus. Ditmaal gaat het goed. We gaan de lier maar op één stand gebruiken zodat we zeker weten dat dit veertje niet voor de derde keer scheef gaat. Net voor donker varen we tussen de riffen door naar buiten de open zee op. De koers wordt beter, de golven minder hobbelig en de zon gaat met veel kleurenpracht onder.

De kleine albatrossen zijn er weer! Eentje lift vandaag een stukje mee op de voorpunt. Zo mooi. We hebben rustig zeilweer, soms motor bij, dan weer een stuk zeilen. Met een harde bonkgolf tegen de onderkant bedenken de scharnieren van het vluchtluik in de kajuit kapot te gaan. We binden het luik goed vast en hopen er maar het beste van. Het kan niet echt kwaad, maar we zijn dat luik niet graag kwijt. Bovendien wordt het zonder dat luik toch wat vochtig binnen als een golf niet alleen tegen maar dan dus ook in de boot slaat.

Op 12 mijl afstand vaart een vissersschip recht van achter op ons af zie ik op de Kaartplotter. Hij gaat een stuk harder. Aangezien we nu een AIS-zender hebben denk ik dat hij wel om ons heen zal gaan. Als hij echter op slechts twee mijl afstand nog steeds recht op ons af blijft gaan, roep ik hem toch maar via de radio op. Je weet immers maar nooit of ze drukker met hun netten bezig zijn dan met navigeren. Geen gehoor. Ik roep nog een keer op en nu wat nadrukkelijker, met onze positie erbij. Dan volgt een erg grappige en bevrijdende communicatie: “Here the captain … you sail … we fish … I see you”. Zo simpel kan de wereld zijn. Dat maakt innig blij. Na elkaar een goede nacht te hebben gewenst gaat de radio weer op standby. Uren erna nog kan ik gniffelen om hoe een zo eenvoudige communicatie zo blij kan maken.

Het gaat al een aantal dagen prima op deze tocht. Net als ik hierover zit te mijmeren en genieten, slaat onze aloude “wet van Murphy” toe. Op deze dag ben ik van verrassing naar verbazing naar irritatie naar vermoeidheid en uiteindelijk dan maar naar overgave en de slappe lach gegaan. Het begint met een maanloze bewolkte nacht waarin we in een soort van zwart gat varen. Je ziet werkelijk geen hand voor ogen. Uit het niets steekt een forse wind op, blijkbaar uit een enorme regenwolk (squall). Ik krijg de zeilen met moeite nog gereefd, waarna een kletterbui van flinke omvang neerdaalt. Even lijken het hagelstenen, maar het zijn toch echt gewoon druppels. Als ik nog wat sta na te ‘shaken’ van de schrik en de opluchting dat het toch goed ging, klinkt de motor gek. Die dus maar meteen uitgezet. Bij inspectie blijkt dezelfde kleine V-snaar als toen we net uit Whangarei vertrokken gebroken te zijn. Aangezien Eddy nog slaapt en ik zo ook graag mijn nest inkruip, besluit ik het ding zelf maar vast te vervangen. Dan hebben we dat maar gehad. Die snaar hebben we inmiddels zo vaak samen vervangen dat dat zowaar vlekkeloos verloopt. Ik kan alleen nergens de oorzaak vinden waardoor die snaar dus nu al voor de tweede keer breekt. Mogelijk staan de draaiwielen niet precies met elkaar uitgelijnd bedenkt Eddy later. Dat moeten we in Australie eens goed bekijken. Net als ik wil gaan slapen valt mijn oog op het grootzeil, dat verder uitgedraaid is dan ik me herinner. Meteen maar even kijken. Die wil dus niet meer indraaien. De pin-constructie die vorig jaar door een heuse professional is geplaatst blijkt gebroken, waardoor wel de binnenste staaldraad draait, maar de aluminiumbuis met het zeil eraan dus niet meer. Met de hand krijgen we het zeil gelukkig opgerold en vastgebonden. Ook dat zetten we op het lijstje voor Australie. Dat is dan vast één zeil minder om te gebruiken, wat jammer is aangezien we proberen vóór een flinke windtoename met regenbuien Australie binnen te varen. Wie weet lukt het nog. In de middag wil ik daarom wat zeil bijzetten. Ons meest betrouwbare zeil, de middenfok, wil echter niet goed uit- of inrollen. De verrekijker wijst uit dat daar ergens bovenin de mast waarschijnlijk een bout is gebroken of losgegaan, waardoor ook daar de buitenste aluminium buis niet meer goed wil draaien. Ook dat heb ik voor vertrek allemaal goed bekeken bovenin de mast. Dat is dan dus onbruikbaar zeil nummer twee. Inmiddels hebben we de slappe lach. We laten het idee om voor die windtoename binnen te lopen volledig varen. Dat is absoluut niet haalbaar meer en dat is dan ook maar weer duidelijk. Hebben we alle tijd om rustig al het ingekochte versvoer op te eten. Wereldzeilen is toch anders dan wat weekjes varen in Nederland. Het aantal vaaruren, het uren achtereen schommelen, schuren en wiebelen, de gestage slijtage, de invloed van de zon en de vele uren achtereen krachten ergens op, zijn van een andere orde. Dat idee moeten we zelf toch ook eens inprenten. Wellicht zijn we dan wat minder verwonderd als onze materiaalpech weer eens inzet. En vooral: Dan hoeven we wat minder aan onszelf te twijfelen of we al die onderhoudsuren wel goed besteden. Maar misschien hebben we dan ook wat minder de slappe lach, dat zou dan weer jammer zijn.

Daar zitten we dan met nog één zeil te gaan. Nu maar hopen dat dat zeil niet ook … haha. Het zal ook wel weer goed komen. De zon schijnt en voor nu is het nog windstil. Het is werkelijk prachtig. Ook al gaan we nauwelijks vooruit.

We zouden nu in de flinke wind zitten. Een beetje verdwaasd kijk ik om me heen naar een zonnig beeld met windkracht vier á vijf BFT. Mooi zeilen, zij het in onze slakkengang. Ik tuur nog eens naar de gribfile (weersvoorspelling). Langzaam begint door te dringen dat er ook echt stond dat deze windkracht voorspeld was. Er begint me te dagen dat we dit jaar een nieuw satelliet-abonnement hebben, die de gribfile met andere kleuren aanlevert. Dat wist ik natuurijk wel, maar dat was blijkbaar op een ander niveau nog niet echt doorgedrongen. Bij het oude systeem betekende de kleur oranje een dikke windkracht zes á zeven BFT. Als je daar buien bij had, kreeg je meestal te maken meteen een erg pittige zee en windstoten. Niets van dat alles dus. Zelfs de buien zijn wolkenplukjes geworden in de voorspelling. Dat is grappig. Maar vooral: dat geeft ook een hoop rust. Ik heb me schrap gezet voor niks dus. Weer wat geleerd. Ach, beter dit dan andersom. De wereld ziet er ineens een stuk vrolijker uit. Met nog 84 mijl te gaan is het scheepvaartverkeer om ons heen drukker. Alle schepen varen prachtig ruim om ons heen. Als held op sokken stel ik stoer onze enige nog werkende fok wat bij. 

Het is zo aan het eind een pittige tocht en er is veel scheepsverkeer. We wijken uit voor een grote tanker. ’s Nachts weet ons enige nog oude blok aan de voorfok uit te breken, vastzittend aan de kraanlijn van het voorste overgebleven zeil. Nu weten we het zeker: werkelijk alle nog oude blokken worden vervangen. Australie zal blij met ons zijn. Ik roep Eddy die te kooi ligt. Met een slaperig hoofd komt hij in het luik staan kijken of ik (aangelijnd) veilig aan boord blijf, terwijl we de boel oplossen. Een veilig gevoel. Het lukt en we kunnen verder. Een tijdje staat er een pittige windkracht zes BFT. Ik tel af tot het licht wordt. Even neemt de wind dan lekker af. Om vervolgens door een bui ingehaald te worden, het water slaat plat. Daarna is het weer beter. Australie is in zicht! En whow, een paar walvissen springen in de verte omhoog!

Bij de ingang van de vaargeul zijn we langzaam van 4 kilometer diepte in de zee naar nu slechts 9 tot 6 meter diepte gegaan. Er komen twee tegengestelde stromingen elkaar tegen, wat vreemde golven geeft. Het is wel overweldigend mooi. Naast de geul slaan golven op een turquoise blauwe ondiepte. Helaas hebben we tegenstroom en varen we met een snelheid van krap 2 mijl per uur de vaargeul in, terwijl vanaf de andere kant een kleiner zeiljacht met wel 9 knoop per uur naar zee aan het sturen is. Eenmaal voorbij de ondieptes komt er een regenbui aan, weer eens een pittige. Omdat het nu rustig is om ons heen en er geen ondieptes meer zijn, ga ik even naar binnen waar Eddy de lunch klaar heeft. Plots is er een hoop geklapper. Het bovenste deel van het grootzeil blijkt zich losgewurmd te hebben, waarschijnlijk door die losse draaiende buis aan de binnenkant. Hmpf, de enige manier om te zorgen dat de boel niet breekt is omkeren, het zeil geheel losmaken en naar beneden halen. Dat betekent dan wel dat we dus met stroom mee, in dit geval met wel 7 knoop per uur, het ondiepe zeegat weer richting zee uitvaren, met verder op zee donkere wolken. Gelukkig gaat alles goed. Als de rust gekeerd is draaien we terug en doen die geul nog een keer. Tegen de avond komen we aan bij de ingang van de Brisbane River. Het is inmiddels helemaal donker en we tellen de lichtjes die op de tonnen knipperen in een eigen ritme en die aangeven waar we heen moeten. Op de achtergrond zijn alle stadse lichten te zien, maar gelukkig zijn de tonnen hier prima te vinden. Tussen de grote vrachtschepen door varen we binnen. Nog 10 mijl te gaan en Let’s go is met onze AIS goed zichtbaar voor andere schepen. Als we nog zo’n drie mijl te gaan hebben, zien we ineens een over de gehele breedte fel verlichte brug. Huh? Die staat niet op onze kaart. We gaan langzamer varen, onzeker of we daar onderdoor kunnen. We roepen de havendienst op om te vragen hoe hoog die brug is die niet op onze kaart staat. Onze mast is namelijk wel 18 meter hoog. Uitermate beleefd en vriendelijk leggen ze ons uit dat dit de Rivergatebridge is en dat wij bij de haven vlak voor de brug moeten zijn en er niet onderdoor hoeven. Over de hoogte geen woord. Drie mijl verderop wordt helder dat “dit bruggetje” zo enorm groot en hoog is dat er hele cruiseschepen onderdoor kunnen. In het donker en onbekend met het gebied konden onze hersenen zo iets groots niet plaatsen, waardoor het optisch een kleine brug vlak voor onze neus leek. Ondanks vermoeidheid slaan de lachstuipen redelijk toe bij ons en wellicht is dat bij de havendienst niet anders geweest.

Weer wat gekalmeerd zoeken we de quarantaine-steiger. Met onze superschijnwerper vinden we de steiger die geheel met hekken afgesloten is. Dat lijkt erop, behoorlijk quarantaine. Omdat er inmiddels een flinke stroom mee staat, varen we eerst twee keer erlangs om een goed plan voor het aanleggen te maken. Tegenstrooms stuurt Eddy naar de steiger en hebben we een aanleg-manoeuvre om trots op te zijn. Nog bezig met het vastleggen van de lijnen komen er al drie douane-mensen aanlopen. Dit blijken heel geschikte mensen en in de de kajuit, die nog bezaaid is met regenpakken en andere zeilspullen, vullen we gemoedelijk alle papieren in. De boot wordt goed bekeken op mogelijk aanwezige verboden goederen, wat allemaal uiterst relaxed verloopt. Gelukkig heb ik de paar extra flessen whiskey voor eigen gebruik niet meer onder de handdoeken in het kastje liggen, want het eerste wat de beambte doet is alle kastjes bekijken en kleding en handdoeken optillen. 

We slapen diep en de volgende dag komt in de loop van de ochtend de mevrouw van biosecure aan boord. Ook deze inspectie verloopt heel soepel, we hoeven alleen onze overgebleven verse uien in te leveren. Deze dienst moet je per kwartier dat ze aan boord zijn betalen en net als veel andere schepen blijkt de rekening 260 dollar. Gelukkig waren we hierop voorbereid. Zodra de havenmeester het in te leveren afval komt ophalen, roept hij: “Is that it? We do have a problem!” Wat verbaasd zeg ik gekscherend dat ik echt denk dat hij het zal kunnen tillen. Hij moet lachen en legt dan uit dat ze sinds kort als haven gevraagd zijn het afval voor biosecure te regelen, maar dat hij ons een minimum bedrag van 100 dollar moet rekenen. Dat kan hij niet over zijn hart verkrijgen voor die paar uien: “It’ll scare people away from Australia, I can’t do that, customs ‘ll have to come up with other prices.” Wat een enorm geluk hebben we hier, we hoeven niet te betalen. 

Twee uur voor slack (stilstaand) water gooien we de lijnen los en varen naar de stad. Er staat nog een enorme stroom, maar de afvaart verloopt mooi. Als we onder de brug bij de binnenstad doorgaan ziet de binnenstad er groots en overweldigend uit. De muziek en terrasgeluiden zijn intens. Het is heel maf om na dagen op zee ineens naast fietsende en joggende mensen op de boulevard te varen. We zien een afwisseling van oude gebouwen en vooral veel heel moderne hoogbouw. Wat een drukte! We varen naar de plek waar je tussen twee palen kan aanleggen en hebben de enorme mazzel dat er nog net één plek vrij is. Natuurlijk ligt die plek helemaal in het midden van de rijen palen, waardoor de invaart zacht gezegd niet makkelijk is. Bij het aanleggen blijft er even een lijn hangen waardoor het mis dreigt te gaan, maar gelukkig komt ook dat allemaal goed. We proosten met whiskey op onze aankomst. We wanen ons in een surrealistisch schilderij.






  • 03 Augustus 2019 - 10:20

    Justine:

    Fijn dat jullie goed zijn gearriveerd! Nu weer reparatieklussen, en dan weer varen, genieten, zorgen en dan weer repareren en vervangen, en zo verder. Een metafoor voor leven,
    heb het goed! Cari saluti di Loghino

  • 03 Augustus 2019 - 12:00

    Riet:

    Wat een avontuur. Gelukkig dat de humor meegevaren is. Lieve groeten Riet

  • 03 Augustus 2019 - 12:30

    Wouter En Hermine :

    Wat geweldig weer. En wat een overgang naar zo’n grote stad. Waarschijnlijk niet moeilijk om extra onderdelen te vinden. Veel plezier. Wanneer gaan jullie verder?

  • 04 Augustus 2019 - 04:49

    Ben :

    Wat een geweldig avontuur. Ademloos het verslag gelezen. Nog een mooie tijd. Hartelijke groet, Ben.

  • 04 Augustus 2019 - 07:58

    Daniel:

    Mooi dat jullie goed aangekomen zijn en fantastisch geschreven.
    Geniet van Australië en repareer of laat alles goed repareren.

  • 04 Augustus 2019 - 08:03

    Welmoed:

    Prachtig verslag, wat een pech met de zeilen. Veel plezier lieve groeten Welmoed

  • 05 Augustus 2019 - 08:08

    Chris En Joke:

    Lieve Eddy en Rixta, wat goed om te lezen dat het, uiteraard met vallen en opstaan, toch steeds weer goed komt met jullie en de Letsgo! Er valt weer genoeg te repareren, maar wij hopen dat jullie ook wat van Australie kunnen genieten. Prachtige foto's en video's zorgen dat we het toch een beetje meemaken! Lieve groet!

  • 14 Augustus 2019 - 21:17

    Gerard En Meliet:

    Wat een avonturen weer! Zo heerlijk om te lezen. Ik vond de Waddenzee, op weg naar Terschelling al zo spannend....(lang en véél ervaringen geleden)! Geniet lekker van Australië! Lieve groet van ons uit een prachtig Amerika! Gerard en Meliet

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Rixta

Actief sinds 19 Maart 2012
Verslag gelezen: 449
Totaal aantal bezoekers 348597

Voorgaande reizen:

08 Mei 2023 - 08 Oktober 2023

Nieuw Zeeland verlaten

06 Mei 2022 - 06 November 2022

Nieuw Zeeland, nog niet naar Indonesie

16 April 2019 - 16 September 2019

Nieuw Caledonië & Australië

01 April 2017 - 01 September 2017

Fiji

27 November 2015 - 27 April 2016

Chili naar Nieuw Zeeland

26 November 2014 - 26 April 2015

Paaseiland en Chili

11 November 2013 - 29 April 2014

Panama, Ecuador

01 Juli 2012 - 31 Januari 2013

Caribbean

Landen bezocht: