Tocht naar Fiji
Blijf op de hoogte en volg Rixta
05 Juli 2017 | Fiji, Savusavu
Het walvisseizoen is in Tonga nog net niet begonnen. In juli en augustus komen de zwangere moeders aan om de kleintjes (nou klein …) te baren. Zou het ons ooit nog eens lukken een walvis van dichtbij te spotten?
Het uitklaren is een belevenis op zichzelf. Tonga is voor zover ons bekend het enige koninkrijk waar je bij het weggaan je boot aan de kade moet leggen. Ze komen niet aan boord, maar willen blijkbaar zien dat de boot bestaat. Nou ligt er net als wij naar de douane willen een extra groot containerschip langs de wal. Dat lijkt ons een goede reden daar niet naast te gaan liggen. We laten Let’s go veilig aan de meerboei achter, stappen in de dinghy, leggen die in de kleine vissershaven en stappen vol goede moed met onze papieren naar het douanegebouw.
Het kantoor bevindt zich in een hoek van een grote open loods waar de containerpakketten verdeeld worden. Het is een lawaai van jewelste in de loods. De pakjes zijn binnen en worden door een rij wachtende mensen opgehaald. Een heftruck haalt de pakketten uit de rekken. Het loket van de douane heeft een balie op een ietwat vreemde hoogte. Je moet wat door de knieën om door de 20 centimeter brede gleuf te spreken. Dat is voor even geen punt, maar voor de baliemedewerkers moet dat anders zijn. Ze kunnen op een stoel gaan zitten, maar dan zien wij alleen hun voorhoofd. Ze kunnen ook gaan staan en door de knieën zakken, maar dat houd je niet lang vol. De vrouw die wij spreken kiest voor het buigen van haar hoofd bijna 90 graden opzij. Dit loket moet gebouwd zijn toen de mensen hier nog veel kleiner waren of iemand heeft zich verslikt bij het noemen van de maten aan de timmerman.
De vrouw bij de douane is onverbiddelijk. Let’s go moet aan de kade komen. Onze verschrikte blikken dat dat wat moeilijk zal worden negeert ze. Dan moeten we maar opzij komen. Ik kijk met haar uit het raam. Grote dikke kabels van het XL schip versperren iedere zijkant-aanleg mogelijkheid aan de kade. Het schip zelfs is veel te hoog om naast te gaan liggen. Bovendien zien ze de Let’s go dan nog steeds niet uit het raam. Ze vindt dat we dan maar moeten ankeren net achter dat schip. Ja ze geeft toe dat het daar erg diep is, want tsja, die containerschepen moeten ook niet aan de grond lopen he? En ja, ze ziet dat de wind pal naar de wal gericht staat. Ik leg uit dat we dan absoluut niet beiden van boord kunnen gaan. Ik zie ons al stranden voor vertrek. Maar dat is niet de bedoeling, we moeten beiden van boord. We blijven vriendelijk verbaasd vragen stellen, tot ze ons vertelt dat we eerst maar eens naar de havenmeester moeten om te betalen. We zien hierdoor de kans dat het uitklaren mogelijk toch gaat lukken. In elk geval mogen we de procedure starten. Aangezien we onze laatste Tonga-dollars aan pizza hebben uitgegeven, vragen we het bedrag op bij de havenmeester en spurt ik naar de geldautomaat. Het is immers bijna lunchpauze en dan gaat alles hier dicht, ook de douane. Eddy blijft bij de havenmeester praten over het bezoek van de koning dat gaande is en zowaar krijgt hij alvast het bonnetje mee om zaken bij de douane te gaan afhandelen. Daar is inmiddels een andere ambtenaar verschenen, die de procedure gewoon in gang zet. Zodra ik weer aansluit, zijn Eddy en deze meneer naarstig door een groot papieren soort Sinterklaasboek aan het spitten. Let’s go blijkt onvindbaar, hoe vaak we ook door het boek bladeren. We herinneren ons dat de vrouw die bij ons inklaren betrokken was niet al te helder was. Ze schreef alle door Eddy ingevulde woorden nog eens over, letter voor letter, meermalen per letter, met als resultaat dat het geheel nogal onleesbaar werd. Maar hé, wie zijn wij om daar wat van te zeggen. Nu blijkt ze ons dus niet in het grote boek te hebben ingeschreven. En dat is lastig als je moet worden uitgeschreven. We geven in ons verhaal de inschrijf-mevrouw veel credits door te verklaren dat ze volgens ons heel, heel erg moe of zelfs ziek was. Dat het op ons eerder overkwam als bedwelmd door medicinale of andere drugs of niet zo begaafd zijn, laten we zekerheidshalve maar achterwege. De grote baas wordt erbij gehaald. Hij hoort ons verhaal over de vermoeide mevrouw met uitgestreken gezicht meermalen aan. Mogelijk herkent hij de vrouw die we beschrijven, want redelijk gemakkelijk gaat hij over tot het uitschrijven van ons uitklaringspapier. En dat hebben we nodig in Fiji. Het betekent ook dat wij nogmaals in drievoud alle inklaringspapieren moeten invullen, maar ons hoor je niet klagen. Tegen de tijd dat alles klaar is, is de lunchpauze al rijkelijk begonnen. Niemand heeft het meer over de boot aan de kade leggen, dus wij zeker ook niet. Met het papier in de hand spurten we de bijboot in. Mooi, dat is dan geregeld.
We vertrekken naar een rustige ankerplek, waar we nog een nachtje doorbrengen. De volgende dag komen onze Amerikaanse vrienden ondanks harde wind ook naar deze plek gezeild. We brengen nog een laatste middag samen door. We verkennen het eilandje, snorkelen en praten over hun grote stap om als ze volgend jaar in Mexico aankomen te gaan stoppen met zeilen na acht jaar varen. En dat alles onder het genot van een (hier peperduur, dus extra lekker) wijntje en wat kaasjes. De weemoed slaat toe als we afscheid nemen. Zij gaan vanaf hier Oostwaarts, wij naar het Westen. Wat was het fijn met ze, zomaar onverwacht wat extra tijd samen op Tonga.
En nu? De maan is onder, maar duizenden sterren verlichten de nacht. Een mooie bries blaast ons vooruit. Op naar nieuwe paden.
In de dag die volgt wordt ons duidelijk dat Let’s go veel te snel is geworden. Met deze snelheid gaan we een volle dag eerder aankomen. Niet alleen is dat jammer van ons plezier juist op zee, in Fiji is in het weekend aankomen ook nog eens duur omdat de ambtenaren je op radar volgen, ze vervolgens speciaal voor het inklaren aan het werk gaan buiten kantoortijd en er extra aan verdienen. In de nacht aankomen is voor ons ook geen optie: Remmen dus. Maar ondanks dik gereefde en verminderde zeilen krijgen we haar snelheid nauwelijks onder de zes knopen. Afijn, we gaan het beleven. Voorlopig genieten we van de wijdse oceaan.
De schemering zet in. Ik heb Eddy nog niet vaak zien schrikken, maar nu stuift hij bijna 10 centimeter omhoog en stoot tegen het aanrecht. De ijselijke schreeuw vlakbij maakt dat ik verbijsterd en met hartkloppingen om ons heen en naar de marifoon staar. Wie is er zo vlakbij in nood? Dan begint Eddy te lachen. Een flinke vogel is de kuip ingevlogen, schrok blijkbaar van ons en slaakte een felle kreet. Deze reis is er nog geen vogel de hele trip met ons meegevlogen. Maar sinds vanochtend volgt volgens Eddy deze ‘Jan uit Gent’ ons; zo noemen we hem omdat het een Jan van Gent is, zo heet zo’n vogel echt. We stappen lachend en toch ook wel wat opgelucht naar buiten. Eddy ‘ka-ka-kaat’ wat kreten terug naar Jan, die nu vrolijk om de mast cirkelt. Ik stel me voor dat Eddy iets roept in de trant van: “Wil je me niet zo laten schrikken zeg!”. In vogeltaal verstaat Jan iets als: “Welkom aan boord”. Als het bijna helemaal donker is strijkt hij namelijk eerst op de zeereling en daarna op ons voordek neer. We hebben al heel wat vogel-lifters aan boord gehad, maar nog nooit eerder een vogel die ook prima kan drijven op de golven om uit te rusten. Ik vermoed dat Jan wat lui is aangelegd. Of dat hier veel haaien zwemmen? Hij moet blijkbaar ook richting Fiji en reist uren en vele zeemijlen met ons mee zonder een pootje of vleugel te hoeven uitsteken. Jan vindt alles best. Of we nou lichten aandoen, het luik instappen of hem vanuit de kuip daar voor op het dek proberen te bekijken, hij tilt er nauwelijks zijn koppie voor op. Echter als we na middernacht boven zijn hoofd een zeil moeten wisselen, vindt hij het mooi geweest. Hij vertrekt. Dag Jan, dat was een grappige ontmoeting.
De derde nacht maken we een op en neertje naar het Noorden om langer op zee te zijn, om nog even buiten de riffen te blijven en om morgen bij daglicht pas aan te komen. Het waait stevig, maar het gaat mooi! De nacht erna wordt de boot inclusief wijzelf volledig schoon gespoeld door hoos-regens. Dat is wat minder romantisch, maar we komen wel frisgewassen en ontzout aan straks. In elk geval genieten we van de lichte variabele winden. We komen prachtig gepland met daglicht aan. Wat een rust om niet vlak voor de kust in het donker op en neer te hoeven blijven varen. Al is de rust wel wat relatief want door de lage bewolking en de regenbuitjes vallen de riffen ook niet heel erg goed te zien. Heel Fiji kunnen we eigenlijk amper waarnemen. Duimen maar dat de kaart klopt. Dat schijnt hier niet altijd zo te zijn, maar de plekken die we gisteren hebben gepeild komen prachtig overeen met onze ge-update kaart. En we hebben begrepen dat onze elektronische Navionics-kaart wel goed zou moeten zijn.
Inmiddels liggen we rustig aan een mooring bij Savusavu. Het inklaren verloopt gemoedelijk. De Healthinspectors vragen of we niet ziek zijn en geen eten mee aan land zullen nemen. Het antwoord “Nee” is voldoende om alle papieren in orde te maken. De dames, enigszins aan de maat, van de douane laten zich de koffie welgevallen. Ze vragen hoopvol om chocolade, die we ruimhartig uitdelen. Pas later in de winkel beseffen we dat chocolade hier vrijwel onbetaalbaar is. Dat verklaart de zeer blije gezichten van deze dames bij het opeten van ons voorgezette schaaltje lekkernijen. Binnen een uurtje na aankomst komt medezeiler Karel, ook Nederlander, met zijn Nieuw-Zeelandse vrouw even kennismaken. De volgende ochtend blijkt ook zeiljacht Tara aangekomen, Nederlandse vrienden die we uit Opua kennen. Zij zetten twee opstappers af en gaan morgen al verder. We nemen de gelegenheid te baat om lekker bij te kletsen bij een etentje. Het is een kleine wereld hier. Het stadje heeft de gezellige drukte die we van Ecuador kennen. Alles is net even wat groter en er ligt iets meer in de winkels dan in Tonga. Het blijft gelukkig wel op menselijke maat, heel gemoedelijk en uiterst vriendelijke mensen. Komende dagen gaan we de boel hier maar eens verkennen.
-
04 Juli 2017 - 23:31
Justine:
Klinkt heerlijk allemaal, geniet lekker verder, Justine -
05 Juli 2017 - 00:39
Wouter En Hermine :
Wat een stunt zeg dat jullie boot nog eens te snel zou kunnen zijn.
Er moeten hele baarden aan gehangen hebben. Hoe vaak moet je dat verwijderen?
Op Fiji krijg je toch ook van de bloemenkransen?
Geniet ervan! Lieve groet Wouter en Hermine -
05 Juli 2017 - 07:41
Erik Van Tienhoven Van Weezel:
GENIETEN!! -
05 Juli 2017 - 08:38
Mieke:
Eindelijk weer een liftende vogel. Gezellig.
Beetje voortvarend met die schone rompen. Hebben jullie opeens een wedstrijdtempo te pakken in plaats van het geplande rustige vakantiedobbertje.
Veel plezier! Kus, Miek -
06 Juli 2017 - 08:43
Riet:
Heerlijk om jullie verhaal te lezen.
Riet -
06 Juli 2017 - 21:42
Welmoed:
heerlijk dat de boot zo goed vaart. geniet ervan lieve groeten Welmoed -
10 Juli 2017 - 12:48
Corrie:
Pa en ik genieten intens van de uitvoerige [humoristische] reisverslagen.
Wat een " ingewikkelde " douane procedure .....eind goed al goed !
Sterkte waar nodig , plezier waar mogelijk. Verdere goede reis gewenst, ma en pa -
13 Juli 2017 - 14:23
Gerard:
Fijn om te horen - nu zomaar een héél verslag met voorspoed. Dat dat nog kán....
Lieve groet, ook van Melitta
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley